Wanneer het niet vriest, is dit de beste tijd om de wintersnoei van een druif uit te voeren. Een druif heeft namelijk een hele sterke sapstroom. Dit noemen we bloeden. Dit 'bloeden' komt al vroeg in het seizoen op gang. Bij een zachte winter kan dit al in februari gebeuren. Wacht daarom nooit te lang met snoeien. Wanneer er te veel plantsappen vrijkomen kan dit de struik verzwakken of kan deze zelfs sterven.
Onderscheid hoofd- en zijtakken
Maak bij het snoeien onderscheid tussen de hoofd- en zijtakken. Aan de zijtakken groeien in de zomer de vruchten. De hoofdtakken moeten een afstand hebben van zo'n 50 cm. Alle hoofdtakken daartussen kun je wegknippen. In navolging hiervan kunnen de zijtakken gesnoeid worden. Knip alle scheutjes die dunner zijn dan een halve centimeter in zijn geheel weg. De overgebleven zijtakken dienen een afstand te hebben van ongeveer20 tot 30 cm. De overige takken kunnen dan ook weer worden weggeknipt.
Heerlijke zoete druiven
Snoei de overgebleven takken op zo ongeveer 10 cm vanaf de hoofdtak af. Op deze manier kan er in de zomer weer volop genoten worden van heerlijk zoete druiven. In tegenstelling tot de vroege snoei, kun je het beste wat geduld opbrengen bij het oogsten. Hoe langer je wacht hoe zoeter de vrucht!
